Parashiot

Elke zaterdag wordt in synagogen over de hele wereld een apart gedeelte van de Thora (een sidra genoemd) in het openbaar gelezen.

Op deze pagina vind je de 54 verschillende parashiot, een lezing voor elke week.

Thora

De Thora is verdeeld in 54 van deze parashiyot zodat in de loop van een jaar (beginnend en eindigend op de feestdag van Simchat Thora1) de hele boekrol is gelezen tijdens sabbatdiensten.

Haftarah

Het wekelijkse Torah-gedeelte wordt gevolgd door een extra gedeelte van de Nebiim (Profeten). Dit noem je de Haftarah.

B’rit Chadashah

Het gedeelte uit het Nieuwe Testament wordt de B’rit Chadashah genoemd, wat “Nieuw Verbond” betekent (het woord B’rit betekent “verbond” en Chadashah betekent “nieuw”).

De B’rit Chadashah is pas later toegevoegd aan de lezingen, door messiaanse gelovigen. De joden kennen immers het Nieuwe Testament niet.

Net als de Tenach kan het worden onderverdeeld in drie hoofddelen: Evangeliën/Handelingen (vergelijkbaar met de Thora), de verschillende brieven (vergelijkbaar met de Chetoebim) en Openbaring (vergelijkbaar met Nebiim).

De Bijbelboeken in de Tenach

Ons oude testament in de bijbel kent een boekenvolgorde die vooral chronologisch is opgebouwd.

De Hebreeuwse bijbel, de Tenach, kent een heel andere volgorde. Wel handig om te weten, wanneer Jezus het heeft over de ‘wet en de profeten’!

Wil je meer over weten over de boekvolgorde, kijk dan op de pagina over de Bijbelboeken in de Tenach.

Overzicht van de wekelijkse lezingen

Het overzicht is ook te downloaden als PDF:

WeekParashatThoraHaftarahB’rit Chadashah
1BereshitGen 1:1-6:8Jes 42:5-43:11Joh 1:1-14
2NoachGen 6:9-11:32Jes 54:1-55:5Mat 24:36-46; 1 Pet 3:18-22
3Lekh LekhaGen 12:1-17:27Jes 40:27-41:16Rom 4:1-25
4VayeraGen 18:1-22:242 Kon 4:1-37Lukas 1:26-38; 24:36-53; 2 Pet 2:4-11
5Chayei SarahGen 23:1-25:181 Kon 1:1-31Mat 1:1-17; 1 Cor 15:50-57
6ToldotGen 25:19-28:9Mal 1:1-2:7Rom 9:1-31
7VayetzeiGen 28:10-32:3Hos 12:13-14:10Joh 1:19-51
8VayishlachGen 32:4-36:43Hos 11:7-12:12; Oba 1:1-21Heb 11:11-20; Mat 26:36-46
9VayeshevGen 37:1-40:23Amos 2:6-3:8Mat 1:1-6, 16-25
10MiketzGen 41:1-44:171 Kon 3:15-4:1Rom 10:1-13
11VayigashGen 44:18-47:27Eze 37:15-37:28Efe 2:1-10
12VayechiGen 47:28-50:261 Kon 2:1-121 Pet 1:1-9
13ShemotExo 1:1-6:1Jes 27:6-28:13; 29:22-23Han 7:17-35; 1 Cor 14:18-25
14Va’eraExo 6:2-9:35Eze 28:25-29:21Rom 9:14-33
15BoExo 10:1-13:16Jer 46:13-46:28Luc 22:7-30; 1 Cor 11:20-34
16BeshalachExo 13:17-17:16Ric 4:4-5:31 Joh 6:15-71
17YitroExo 18:1-20:23Jes 6:1-7:6; 9:5-9:6Mat 5:8-20
18MishpatimExo 21:1-24:18Jer 34:8-34:22; 33:25-26Mat 5:38-42; 17:1-11
19TerumahExo 25:1-27:191 Kon 5:26-6:132 Cor 9:1-15; Mat 5:33-37
20TetzavehExo 27:20-30:10Eze 43:10-43:27Heb 13:10-17
21Ki TisaExo 30:11-34:351 Kon 18:1-18:39 2 Cor 3:1-18
22Vayakhel *Exo 35:1-38:201 Kon 7:40-7:502 Cor 9:6-11; 1 Cor 3:11-18
23PekudeiExo 38:21-40:381 Kon 7:51-8:21 Heb 1:1-14
24VayikraLev 1:1-6:7Jes 43:21-44:23Heb 10:1-18
25TzavLev 6:8-8:36Jer 7:21-8:3; 9:22-23Heb 7:24-8:6
26ShminiLev 9:1-11:472 Sam 6:1-7:17Heb 7:1-19; 8:1-6
27Tazria *Lev 12:1-13:592 Kon 4:42-5:19Joh 6:8-13; Mat 8:1-4
28MetzoraLev 14:1-15:332 Kon 7:3-7:20Mat 8:1-17
29Acharei Mot *Lev 16:1-18:30Eze 22:1-22:19Heb 9:11-28
30KedoshimLev 19:1-20:27Amo 9:7-9:151 Cor 6:9-20; 1 Pet 1:13-16
31EmorLev 21:1-24:23Eze 44:15-44:311 Pet 2:4-10
32Behar *Lev 25:1-26:2Jer 32:6-32:27Luc 4:16-21
33BechukotaiLev 26:3-27:34Jer 16:19-17:14Mat 21:33-46; 2 Cor 6:14-18
34BamidbarNum 1:1-4:20Hos 2:1-2:23Rom 9:22-33;
35NasoNum 4:21-7:89Ric 13:2-13:25Han 21:17-26
36Beha’alotekhaNum 8:1-12:16Zac 2:14-4:71 Cor 10:6-13; Opb 11:1-19
37Shelach LekhaNum 13:1-15:41Joz 2:1-2:24Heb 3:7-4:1
38KorachNum 16:1-18:321 Sam 11:14-12:22Rom 13:1-7
39Chukat *Num 19:1-22:1Ric 11:1-33Heb 9:11-28;Joh 3:10-21
40BalakNum 22:2-25:9Mic 5:6-6:8Rom 11:25-32
41PinchasNum 25:10-30:11 Kon 18:46-19:21Rom 11:2-32
42Mattot *Num 30:2-32:42Jer 1:1-2:3Mat 5:33-37
43MaseiNum 33:1-36:13Jer 2:4-28; 3:4Jac 4:1-12
44DevarimDeu 1:1-3:22Jes 1:1-1:27Han 9:1-21; 1 Tim 3:1-7
45VaetchananDeu 3:23-7:11Jes 40:1-40:26Mat 23:31-39; Mar 12:28-34
46EikevDeu 7:12-11:25Jes 49:14-51:3Heb 11:8-13; Rom 8:31-39
47Re’ehDeu 11:26-16:17Jes 54:11-55:5Joh 7:37-52; 1 Joh 4:1-6
48ShoftimDeu 16:18-21:9Jes 51:12-52:12Joh 1:19-27; Han 3:22-23
49Ki TeitzeiDeu 21:10-25:19Jes 54:1-54:10Mat 5:27-30; 1 Cor 5:1-5
50Ki TavoDeu 26:1-29:8Jes 60:1-60:22Efe 1:3-6; Opb 21:10-27
51Nitzavim *Deu 29:10-30:20Jes 61:10-63:9Rom 10:1-12
52VayelechDeu 31:1-31:30Jes 55:6-56:8Rom 10:14-18
53Ha’azinuDeu 32:1-32:522 Sam 22:1-51Rom 10:14-11:12
54Vezot HaberakhahDeu 33:1-34:12Joz 1:1-18Opb 22:1-5

Gedeelten gemarkeerd met een * kunnen worden toegevoegd aan de lezingen van de daarop volgende week.

Er zijn 54 Thora-gedeelten, één voor elke week van een schrikkeljaar2, zodat in de loop van een jaar, beginnend en eindigend op de Simchat Thora, de hele Thora wordt gelezen in de diensten.

Tijdens niet-schrikkeljaren zijn er 50 weken, dus sommige kortere delen worden aangevuld.

Voetnoten

  1. Simchat Thora is een feest waarop wordt gevierd dat het Joodse volk de Thora (de Wet) bezit en dat de hele Thora op deze dag van het joodse jaar is uitgelezen. Het woord Simcha betekent ‘vreugde’ in het Hebreeuws. Simchat Thora betekent ‘Vreugde van de Wet’.
  2. Een schrikkeljaar voegt een extra maand (4 weken) toe aan de gebruikelijke 12. Deze maand heet Adar II.